Gezamenlijk position paper vrije artsenkeuze
NIP, NVP, NVvP en P3NL hebben in dit position paper hun visie gegeven op het belang van behoud van de vrije artsenkeuze. Daarbij is aangegeven dat de mogelijkheid om zelf een behandelaar te kiezen een recht is en essentieel is voor de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Hierbij zijn vier punten ingebracht:
- Een kleine verlaging van de vergoeding voor patiënten binnen de ggz is vaak al een (financiële) hinderpaal om in behandeling te gaan bij een ongecontracteerde behandelaar.
- Er zijn hele verkeerde aannames over ongecontracteerde zorgaanbieders. De framing dat ongecontracteerde zorg ondoelmatige en minder goede zorg verlenen is, klopt niet. De kwaliteit hangt immers niet af van contractering, maar is geborgd onder meer via het kwaliteitsstatuut, (herregistratie vanuit) de Wet BIG en kwaliteitsnormen vanuit zorgkwaliteitsstandaarden en de beroepsverenigingen.
- Uit diverse onderzoeken en projecten blijkt dat er nog heel veel te verbeteren valt in de contractering, zodat het een meer gelijkwaardig en wederkerig proces wordt.
- Ten slotte wordt de noodzaak tot behoud van vrijgevestigde zorgaanbieders aangegeven, aangezien zij een uniek aanbod aan behandelingen bieden en daarbij komen met innovatieve behandelvormen.
Terugkoppeling rondetafelgesprek
Tijdens het gesprek in de Tweede Kamer presenteerden verschillende partijen hun mening over het behoud van de vrije artsenkeuze. Duidelijk werd dat partijen er ieder vanuit zijn of haar rol anders in staat. Naast een blok ‘Zorgverzekeraars en toezichthouders’ en een blok ‘Experts’ was er ook een blok ‘Aanbieders en cliënten’. Vanuit de ggz spraken onder andere MIND, LVVP en op persoonlijke titel een psychiater over de noodzaak tot het behoud van de vrije artsenkeuze. De zorgaanbieders, professionals en cliëntengave gaven aan naast keuzevrijheid, meer gelijkwaardige contractering en grotere transparantie na te streven. De zorgverzekeraars gaven het belang van meer controle op de zorgaanbieders aan en wezen op het feit dat zij op deze manier de doelen rond passende zorg gerealiseerd willen zien. Opmerkelijk was de rol van de toezichthouders (NZa en ACM). Zij wezen vooral op het risico van tweedeling in de zorg. De NZa stelde dat de zorgplicht bepalend is voor de vraag of het vergoedingspercentage voor ongecontracteerde zorg mag worden verlaagd. Als er geen passend alternatief binnen de treeknorm beschikbaar is, dan moet de verzekerde ook bij ongecontracteerde zorg 100% vergoed krijgen.
Oplossingen werden er in het gesprek niet geboden, maar duidelijk werd dat de zorgcontractering voor cliënten en (veel) zorgaanbieders te complex en onvoldoende transparant is. Daarbij werd de oproep gedaan aan de politiek om zich in de discussie te baseren op cijfers en feiten en niet alleen op de scenario’s van de zorgverzekeraars.
Meer lezen?
Graag verwijzen we je naar ons gezamenlijke position paper en op het uitgebreide verslag van het rondetafelgesprek. Het gesprek is ook terug te zien op debat gemist.
Vervolg
De beroepsverenigingen blijven zich – ook in gesprekken rond het IZA – gezamenlijk hard maken voor het behoud van de vrije artsenkeuze, waarbij een eerlijk, objectief verhaal de basis is. Wij houden jullie op de hoogte van de voortgang.