14-12-2017  

Heb oog voor de psychische gezondheid van onze ouderen

De ouderenzorg staat meer dan ooit in de spotlights. Het kabinet Rutte III toont met het regeerakkoord en de aanstelling van een minister met Ouderenzorg als speerpunt, aan de urgentie te voelen. Niet alleen het lichamelijke welzijn van de oudere hoort daarbij de aandacht te krijgen. Hoogleraar Langdurige Zorg en Dementie Anne-Mei The wijst terecht op het belang van psychosociale zorg voor mensen met dementie en hun mantelzorgers.

Mentale veerkracht

We blijven langer leven en het aantal ouderen neemt toe. Ouderen blijven langer thuis wonen en dat heeft een keerzijde. Het leven wordt soms eenzamer. Mensen worden afhankelijk van de hulp van anderen. De zorgvragen in de thuissituatie worden complexer. Erkenning en herkenning van psychische problemen sneeuwen in dit proces vaak onder, zeker als er sprake is van beginnende dementie. Tijdige psychosociale hulp is voor de patiënt zelf noodzakelijk, maar ook voor de mantelzorger. Die is vaak 24/7 met de zorgtaak bezig en stuit op de eigen grenzen waardoor psychische problemen ontstaan of toenemen.

De complexe zorgvraag van een oudere vraagt kwaliteit en deskundigheid. Daarvoor is de ouderenpsycholoog de aangewezen persoon. Deze psycholoog is in staat om de zorgen van ouderen en hun naasten in goede banen te leiden. Van dementie kun je niet genezen maar je kunt wel zorgen dat de patiënt zich prettiger voelt doordat er naar hem of haar wordt geluisterd en wordt ingespeeld op specifieke wensen. Het leven voor patiënt én mantelzorger kan dus met tijdige inzet van psychosociale hulp sterk verbeteren door niet alleen te kijken naar de fysieke zorg, maar ook naar het mentale welbevinden.

Tijdig

Deze hulp moet dan wel tijdig worden ingeschakeld . P3NL, waaronder ook het Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP), signaleert steeds vaker onderbehandelde patiënten waarbij de psycholoog laat wordt ingeschakeld. Onderzoek van De Monitor (KRO-NCRV) en Trouw naar de verpleeghuiszorg bevestigde dat beeld en toonde bovendien aan dat dementerende ouderen die op een wachtlijst staan voor een verpleeghuis, mindere zorg krijgen? Onbestaanbaar!

De zorgvraag kan daardoor verergeren of complexer worden. Er moet dus een verschuiving komen van nazorg naar voorzorg of vroege interventie. Goede zorg op maat met de juiste professional op de juiste plaats in een zo vroeg mogelijk stadium, voorkomt bovendien het beroep op dure gespecialiseerde zorg. Hoogleraar The stelt dat tussen de diagnose dementie en een eventuele opname in een verpleeghuis vaak tien tot vijftien jaar zit. “Het gaat erom dat je in die periode kijkt welke psychosociale hulp mensen nodig hebben om het thuis zo lang mogelijk vol te houden.” Ze wijst erop dat dat geld kost maar ook snel terugverdiend is. “Er zijn 270.000 mensen met dementie waarvan een kwart naar het verpleeghuis gaat. Een jaar in een verpleeghuis kost 60.000 euro. Als mensen dus twee tot drie maanden later naar een verpleeghuis gaan, bespaar je honderden miljoenen.”

Opleiden en inzetten

Zo kan psychosociale hulp zorgen voor lagere kosten maar belangrijker nog; voor hogere kwaliteit van leven voor patiënt en mantelzorger. Het kabinet maakt terecht een prioriteit van de ouderenzorg. Het wordt daarmee ook tijd om prioriteit te stellen aan de psychosociale zorg voor ouderen. Concreet betekent dit:

  • Investeren in opleidingsplaatsen en het wegnemen van belemmeringen in de sfeer van vergoedingen.
  • Werken over de schotten van wettelijke domeinen heen waarbij de financiële prikkels de patiënt centraal stellen. Iemand die de diagnose dementie heeft gekregen, maakt het niet uit of de hulp uit de Wmo, de Zorgverzekeringswet of de Wet langdurige zorg wordt bekostigd. Als de juiste hulp er maar komt. Wet- en regelgeving zal daarom het werken over de wettelijke domeinen heen moeten ondersteunen.

Genoeg uitdagingen dus voor de nieuwe minister die we als professionals graag samen met hem te lijf gaan. Het artikel in Trouw vindt u hier.

Linde Gonggrijp, directeur van het Nederlands Instituut voor Psychologen

Marnix de Romph, directeur P3NL, federatie van psychologen, psychotherapeuten en pedagogen