Boeiende analyse zorgwetten door Raad openbaar bestuur
De Raad voor het openbaar bestuur (Rob) heeft, in opdracht van de staatssecretaris van VWS, een boeiende analyse gemaakt van de samenhang van de zorgwetten Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) en Wet Publieke Gezondheid (Wetpg). Het rapport verscheen in juni 2017. De conclusie luidt dat de wetten weliswaar enigszins schuren maar dat ingrijpende veranderingen in de
zorgwetten of het systeem niet wenselijk zijn. De Rob heeft een reeks van zeer praktische aanbevelingen gedaan met betrekking tot de uitvoering van de wet, de pet, het budget en de praktijk en het perspectief van de burger. De belangrijkste aanbeveling: “Fricties zullen ook bij betere afstemming van wetten blijven. Besturen is dus ook het vinden van oplossingen waar de wet geen oplossing
biedt.”
De wet
Er zijn flinke verschillen in de beide wetten. De meest in het oog springende verschillen hebben betrekking op de mate waarop er wordt samengewerkt, de toekenning van budgetten, bepaling eigen bijdragen en de uitwisseling van persoonsgegevens. Het grootste verschil dat de Rob signaleert, is het verschil in waarden: in de Wpg zorgt de overheid voor de openbare gezondheidszorg, in de Wmo 2015 en de Jeugdwet verwacht diezelfde overheid van de burger
dat de burger zoveel mogelijk op eigen kracht doet.
De pet
De gemeente werkt met partijen in de regio, met het Rijk en de zorgverzekeraars. Dat zijn veel verschillende actoren met verschillende verantwoordelijkheden en rollen. Hoe dit systeem functioneert, hangt af van de kwaliteit van de samenwerking van alle betrokkenen maar de Rob stelt nadrukkelijk dat er vooral ruimte nodig is om al doende te leren.
Het budget
Beleid op maat en integrale uitvoering liggen onder de wens te decentraliseren maar zeker ook de beperking van de kosten. Decentralisatie veronderstelt een zekere vrijheid voor de gemeenten om zelf de uitkomsten te bepalen. Tegelijkertijd zijn die gemeenten ook weer in hoge mate financieel afhankelijk van het Rijk en daar ligt een belangrijk risico.
Praktijk en perspectief burger
Kijkend vanuit de burger (maar ook vanuit de professional) constateert de Rob dat er een aantal knelpunten is:
- De knip tussen de Wmo 2015 en de Wlz (Wet langdurige zorg) en de Zvw (Zorgverzekeringswet) leidt tot ‘wal-schip-situaties’.
- De professional krijgt steeds meer te maken met zaken als stapeling van eigen bijdragen maar ook afwenteling komt regelmatig voor.
- Kwetsbare groepen zoals daklozen en verslaafden zijn onvoldoende in beeld.
- De sociale sector en de gezondheidssector zijn twee verschillende werelden met een eigen taal, manieren van werken en kennis.
Er zijn dus knelpunten maar daarmee ook kansen die vooral liggen in het creëren van een betere samenhang. Met deze conclusie is P3NL het van harte eens, zeker ook als we kijken naar de Jeugdwet die op dit moment ook wordt geëvalueerd.
Schuren vraagt om samenwerken
Al met al adviseert de Rob vooral dat de huidige wetten en systemen niet worden aangepast: “daar ligt de oplossing niet”. De Rob heeft 10 aanbevelingen opgesteld op elk van de vier terreinen: pet, wet, budget en praktijk/perspectief burger. Al deze - praktische - aanbevelingen richten zich op verheldering van rollen, verantwoordelijkheden en manieren van afstemmen en samenwerken.
Het totale, zeer leesbare, rapport dat in juni 2017 verscheen, vindt u hier.
|